Met behulp van twee palletbanen gaat de producent van geraspte en gesneden kaas het pallettransport tussen de voor- en achterzijde van de nieuwe 80 meter lange productiehal mechaniseren. Bijzonder is dat beide palletbanen als bufferbanen worden uitgerust, waarvan één in een koeltunnel komt te liggen. Vanwege de groei van de activiteiten heeft het familiebedrijf naast het bestaande pand in Bodegraven een nieuw pand aangekocht. In dit pand realiseert Vepo Cheese over een lengte van 80 meter een expeditieruimte, een koelcel en een verpakkingsruimte.
Superlaag
Belangrijkste vernieuwing van de nieuwe generatie palletbanen van Maas is de geringe hoogte van slechts 80 millimeter, waardoor Vepo Cheese aan een handpallettruck voldoende heeft om de pallets aan het eind van de productielijn op de rollenbaan te plaatsen. Deze rollenbaan brengt alle pallets eerst naar een volautomatische armwikkelaar. Deze machine kiest op basis van de inhoud en de hoogte van de pallet een bijpassend wikkelpatroon om de kaasproducten met folie te stabiliseren. Vervolgens worden alle pallets automatisch van een palletlabel voorzien en met een lift naar de eerste verdieping getransporteerd. Daarvandaan brengt een 70 meter lange rollenbaan de pallets met gereed product over de productielijn heen naar de expeditieruimte.
Efficienter
De productielijn start voorin het pand en eindigt achterin. Dat betekent dat pallets met gereed product van het eind van de productielijn over een lengte van 70 meter naar de expeditiehal voorin het pand moeten worden getransporteerd. Andersom moeten pallets met verpakkingsmaterialen van de expeditiehal naar het eind van de productielijn worden gebracht. Vepo Cheese heeft besloten dit pallettransport volledig te mechaniseren. “Anders hadden we met twee heftrucks heen en weer moeten rijden. Mechanisering is efficiënter en komt de rust op de werkvloer ten goede”, vertelt Jac Verkleij, de oud-directeur van Vepo Cheese wiens zoon en dochter nu de scepter over het bedrijf zwaaien.
Koeltunnel
Bijzonder is dat deze rollenbaan zich in een koeltunnel bevindt en is voorzien van 45 afzonderlijk aangedreven bufferposities. “De kaas wordt opgeslagen in een koelcel bij een temperatuur van 4 graden Celsius, maar verwerkt bij een temperatuur van 10 tot 12 graden. Het komt voor dat we op piekmomenten in twee of zelfs drie ploegen werken. Op die momenten kunnen we de gekoelde rollenbaan ’s nachts gebruiken om gereed product op de juiste temperatuur te bufferen zonder dat de expeditieruimte bemand hoeft te zijn”, vertelt Verkleij. Het afpakpunt van de gekoelde bufferbaan bestaat uit een rollenbaan die in de stellingen van de koelcel is gemonteerd. Als het afpakpunt leeg is en een volgende pallet gereed staat, opent de koeldeur automatisch en schuift een verrijdbaar rollenbaansegment naar voren om de volgende pallet op het afpakpunt te plaatsen. Vervolgens kan een heftruckchauffeur de pallet afpakken en wegzetten.
Verpakkingslijn
De tweede palletbaan is in principe bestemd voor transport van pallets met verpakkingsmaterialen van de expeditieruimte naar de verpakkingslijn. Ook deze lijn, die voorzien is van 25 bufferposities, bevindt zich op de eerste verdieping. Bijzonder is dat de transportrichting van deze palletbaan eventueel kan worden omgedraaid via een touchpanel op de besturingskast. Het opzetten van pallets op de tweede palletbaan geschiedt eveneens met heftrucks. Als het opzetpunt en de eerste bufferpositie leeg is, gaat een groene lamp branden als teken dat een nieuwe pallet kan worden geplaatst. Met een druk op een knop kan de heftruckchauffeur de deur naar de palletbaan openen en een pallet plaatsen. Op dat moment gaat een rood licht branden, dat pas weer groen wordt als de volgende pallet kan worden geplaatst.
