In dat stuk, dat naar de Tweede Kamer is gestuurd, vertelt Ollongren dat de ‘verrommeling en verloodsing’ van het Nederlandse landschap haar zorgen baart: “Een aaneenschakeling van grootschalige, eenvormige opslag- en distributiecentra langs rijkswegen moet zoveel mogelijk worden voorkomen.”
Kleinere warehouses in periferie
Ollongren wil dat er (meer) afspraken met gemeenten en provincies worden gemaakt over de bouw van dc’s. Ze pleit bovendien voor de bouw van kleinschalige warehouses aan de randen van steden. Die hubs kunnen dan gebruikt worden voor overslag, zodat binnensteden emissievrij kunnen worden bevoorraad.
De voorstellen van Ollongren moeten de basis vormen voor een maatschappelijk debat over de ruimtelijke inrichting van Nederland en de kwaliteit van leefomgeving. Aan het eind van het jaar wordt de definitieve NOVI vastgesteld.
Natuurlijk heeft ze gelijk als ze vraagt om kleinere loodsen tegen de stadsranden om daar te optimaliseren en emissievrij stadsgebieden in te kunnen gaan. Maar ze heeft geen gelijk met haar bezwaar tegen de grote loodsen (hubs) tegen de wegen aan. In de huidige markt wordt stock aangehouden op dit soort dat op afroep kan worden verplaatst naar die kleine overslag-warehouses aan de stadsranden. Het is de consequentie van e-shopping. Maar ze mag wel vragen om de loodsen ‘groen’ te schilderen om beter in het landschap te passen (haha!). Ze gedraagt zich hier een beetje als de nationale schoonheidscommissie. Beetje nietszeggend.