Slimmer bouwen, veelal hoger bouwen door de constructie van meerlaagse distributiecentra, raakt meer en meer in zwang mede door de verdozingsdiscussie. Dat geldt ook voor de constructie van meerlaagse distributiecentra. De hoogte in bouwen heeft zijn eigen uitdagingen. Onder meer op het gebied van de vloer. Binnen Groenewout spreken we van een meerlaags distributiecentrum als in het hele pand een extra bouwkundige vloer is aangebracht. Dat is vaak een betonnen vloer die – voor de bouwkundigen onder ons – bestaat uit kanaalplaten met een druklaag meestal op een hoofd draagconstructie van staal. Dit zijn vloeren die een serieuze belasting kunnen dragen. Een extra verdieping met palletstellingen inclusief zwaarder intern transportmaterieel is dan geen probleem, evenals het laden en lossen van vrachtauto’s.
Logistieke vloer
Een andere manier om efficiënter gebruik van de kavel te maken is het aanbrengen van een logistieke vloer. Dat zijn de entresolvloeren die worden gebouwd om meerdere niveaus met legbord- en doorrolstellingen of een extra vloer voor VAL-activiteiten (value added logistics) te creëren. Dat kunnen vloeren van geperst plaat zijn (C-Dur panelen) die zijn bevestigd op liggers aan de staanders van de stellingen, maar ook speciaal geconstrueerde vloerconstructies op basis van koudgevormde stalen profielen met vloeren van deze platen.
Belasting en kolommen
Wat zijn in het gebruik de exacte verschillen tussen bouwkundige en logistieke vloeren? Het eerste verschil betreft de belasting. Zoals gezegd is een bouwkundige vloer sterk genoeg om een conventionele logistieke operatie te dragen of om vrachtauto’s eroverheen te laten rijden. Een logistieke vloer kan vaak niet zwaarder worden belast dan 5 of 6 kilonewton per vierkante meter. Het monteren van een conveyor of het verplaatsen van orderpickkarren kan prima, maar voor het rijden met zwaar intern transportmaterieel zijn de vloeren ongeschikt.
Het tweede belangrijke verschil betreft de overspanning. Met een bouwkundige vloer is een overspanning van tien tot vijftien meter prima mogelijk. Bij een logistieke vloer blijft dat beperkt tot vijf of maximaal zes meter. Dat betekent dat een logistieke vloer gedragen moet worden door een veel groter aantal kolommen, die vaak ook nog moeten worden geschoord. Meestal staan deze kolommen in een grid van 4 x 6 of 5 x 5 meter. Dat beperkt de mogelijkheden voor het gebruik van de ruimte onder de logistieke vloer. Een gebied met legbordstellingen of productieactiviteiten kan vaak goed worden ingepast, maar voor een crossdock-operatie staan de kolommen te veel in de weg.
Verticaal transport
Een distributiecentrum van twee of meer lagen vraagt qua ontwerp en bouw extra aandacht. Hoe zit het bijvoorbeeld met de brandveiligheid en de vluchtwegen voor de mensen die op de tweede laag werken?
Een specifiek aandachtspunt betreft het verticaal transport. Als goederen intern moeten worden verplaatst tussen de twee lagen, zijn productliften of conveyors nodig. De vraag is waar die moeten komen en hoe groot de verticale transportcapaciteit moet zijn. Als de tweede laag ook wordt gebruikt voor het laden en lossen van vrachtwagens, is een hellingbaan nodig die relatief veel ruimte in gebruik neemt. Met andere woorden: een tweelaags distributiecentrum betekent niet automatisch twee keer zoveel effectieve vierkante meters.